De deuren zijn open. Maar ga je er ook doorheen, durf je dat? Ken je de wereld daarachter nog? Of voel je je veiliger op de afdeling met jouw foto naast jouw deur? De afdeling waar je in de huiskamer steevast kiest voor die ene stoel het dichtst bij het keukentje? Buiten heb je immers helemaal geen houvast…
Of juist wel. Dan heb je als bewoner met dementie je hele leven al in het plaatsje gewoond waar jouw Sensire-locatie is gevestigd. Je kent ieder huis en elke losliggende stoeptegel. Als er een zorgprofessional de eerste keren met je meeloopt, moet jij háár de weg wijzen in plaats van andersom. Toen je destijds verhuisde naar een locatie wonen met zorg moest je er enorm aan wennen dat je niet meer zelfstandig even het dorp in kon voor een wandelingetje, je krantje of een kopje koffie bij je dochter. Frustrerend was het, je deed dat immers al elke dag sinds je pensioen. Zonder ongelukken.
Heel verschillend is het gedrag dat bewoners met dementie laten zien sinds het Ruimte voor dementie-beleid bij Sensire is ingevoerd. Op steeds meer locaties zijn de deuren open en kan men – zo nodig met een gps-tracker – zelf naar buiten. Zorgprofessionals zien dan op de iPad waar iemand is. Natuurlijk moet zo’n wandeling wel verantwoord zijn en bekijkt de ergotherapeut eerst of iemand in redelijke conditie is, de stoep op en af kan, zich aan de verkeersregels houdt en de weg weet. Bij het aanleren van een route zijn duidelijke herkenningspunten belangrijk: bij die rode luiken rechts, op het zebrapad bij de kerk oversteken.
Sommige bewoners kiezen er bewust voor hun vrijheid niet te gebruiken, bijvoorbeeld iemand met vasculaire dementie die vreest te verdwalen en dan bang te worden. Maar die keuze ligt nu bij haarzelf, een belangrijk verschil met vroeger.
Wie niet aan dementie lijdt, kan zich de effecten van die hersenziekte niet altijd even goed indenken. Bovendien zijn er vele gradaties. Iemands geheugen en gevoel voor oriëntatie nemen bijvoorbeeld af en het gevoel van onzekerheid toe. Loop je de voordeur van de woonzorglocatie uit, dan kan dat beangstigend aanvoelen. Niets komt je bekend voor, je hebt geen idee welke kant je uit moet en hoe ver het is naar die rozenstruik. Ook die geluiden zeggen je niets, wat hoor je eigenlijk allemaal?
Zou een zorgprofessional je dan observeren, dan ziet ze dat je misschien dertig meter naar rechts loopt, dan weer terug en vervolgens dertig meter naar links en terug. Héél voorzichtig. Even kijken hoe het voelt, of je het durft. En misschien de volgende keer naar het bankje, even in de zon zitten.
Gewoon de deur uit – het kán"
Er moet wel iets zijn buiten dat je trekt, waarom zou je anders moeite doen? Voor de een is dat het ijscafé waar je samen met die andere mevrouw heen kunt. Voor de ander is het die mooie gemeenschappelijke tuin, met geiten en schapen. Of het terras van het bewonersrestaurant, daar komen ook andere mensen uit het dorp. Zulke zaken verleiden bewoners om de stap naar buiten te zetten. Een locatie die de deuren open zet, moet zich goed in de bewoner verplaatsen en nadenken over prikkels die de mensen stimuleren van hun vrijheid gebruik te maken.
Hindernissen zijn er ook, obstakels waar iemand zonder dementie misschien niet direct aan denkt. Denk dan aan sterke kleurcontrasten van een vloer, waardoor een overgang op een enge afgrond kan lijken. Of aan plavuizen met een net wat te ruw reliëf waardoor iemand het gevoel krijgt gemakkelijk te kunnen vallen. En moet iemand eerst een kale, grijze lift in om die mooie tuin met schaapjes te bereiken? Een grote kans dat die drempel te hoog is.
Stel, je woont al jaren in het dorp waar ook je woonzorglocatie staat. En je durft alleen naar buiten. Sterker: je gaat elke dag. Meermaals. Je staat én ’s morgens én ’s middags bij je echtgenote op de stoep. Koffie drinken samen, gezellig! Voor haar is dit echter na al die jaren intensieve mantelzorg te belastend.
Dergelijke situaties komen voor en lost de afdeling meestal op met goede afspraken met de familie. Het kan zijn dat je vrouw zelf je terug begeleidt of dat een zorgprofessional je met zachte hand ophaalt. Het team let er dan in het vervolg op dat ze de ochtend bijvoorbeeld een activiteit voor je hebben. Overleg tussen zorg en familie is het sleutelwoord.
Het is voor bewoners met dementie die zelfstandig naar buiten gaan prettig dat ook de omgeving van hun woonzorglocatie op de hoogte is van het open-deuren-beleid. Als ze zich bij de cafetaria een keer vergissen bij het afrekenen, kunnen ze rekenen op geduld. En als de wijkagent iemand ziet die zich anders dan anders gedraagt, zal hij de locatie even bellen. Het geeft ook de familie een veilig gevoel.
Naarmate het open-deurenbeleid verder doorgevoerd wordt binnen Sensire, zullen minder bewoners gefrustreerd en boos de kreet slaken ‘Zit ik hier in de gevangenis of zo, wat heb ik in hemelsnaam misdaan?’