Vanzelfsprekend zorgt echtgenote Gerrie mee in Martinushof
Vanzelfsprekend zorgt echtgenote Gerrie mee in Martinushof

Vanzelfsprekend zorgt echtgenote Gerrie mee in Martinushof

Voordat haar man enkele maanden geleden in De Martinushof in Twello kwam wonen, kende Gerrie Klein Overmeen deze Sensire-locatie al goed. Ze is er al geruime tijd vrijwilliger, zij het op een andere etage. Voor haar voelt het volkomen logisch een doekje te pakken als iemand iets knoeit in de huiskamer. ‘En als mijn man slaapt, neem ik even iemand anders mee naar buiten. Kijken bij het dierenverblijf bijvoorbeeld.’

Sinds september 2022 is De Martinushof bezig om familie meer te betrekken bij de zorg en ondersteuning van bewoners. Dit om de zorgmedewerkers op drukke momenten wat te ontlasten maar ook om bewoners en naasten meer een thuisgevoel te geven. Een aansporing tot actievere familieparticipatie is in Gerries geval absoluut niet nodig. ‘Pas geleden zag een dochter van een andere bewoner me nog aan voor een medewerker’, lacht ze. ‘Maar die kunnen niet alles, ze zijn al zo druk.’ Ze vindt het volkomen vanzelfsprekend haar handen uit de mouwen te steken en zo de zorg te ontlasten. ‘En zij denken heus niet “oh, Gerrie is er, dus wij gaan zitten beppen. De zorg maakt geen misbruik van mij, zij hebben juist belangstelling voor me. Als ik er ben, werken ze hun verslagen bij of komen er even bij zitten, geven de bewoners wat extra aandacht.’ 

Zelf nagels knippen

Elke middag is ze te vinden op de huiskamer van haar man Hans. ‘Ik schenk koffie, pak de vaatwasser uit, ga met Hans en wie wil aan tafel zitten kleuren. Dat varieert per keer, het verschilt niet zo veel van mijn vrijwilligerswerk boven. Het belangrijkste verschil is dat ik meer tijd in Hans steek dan in de rest van de groep. En dat ik hier “nee” kan zeggen als iets me niet uitkomt.’

Bepaalde dingen blijft ze doen, net als thuis: ze knipt de nagels en haren van haar man, leegt zijn katheterzak. ‘Dat heb ik thuis zó lang gedaan. Ja, dat geeft inderdaad meer een gevoel van “thuis”, aan ons allebei.’

Veiligheid: ‘Ik kan altijd iemand roepen’

Als Gerrie alleen op de huiskamer is met een groep bewoners en er zou iets gebeuren waarbij ze direct een zorgmedewerker nodig heeft, weet ze precies waar die op dat moment zijn. ‘Ze zeggen altijd even dat ze bij die-en-die meneer of mevrouw op de kamer zijn. Het is hier allemaal niet groot en de deuren staan open. Ik hoef maar even de gang in te roepen en ze zijn er.’

Familie aarzelt nog wel eens

Gerrie vervolgt: ‘Ik was ook altijd gewend in de druiventijd een bakje druiven voor mijn man klaar te maken. Waarom zou ik daarmee stoppen? En van de week heb ik ergens nog een groot net mandarijnen meegenomen voor iedereen.’ Ze merkt aan andere familieleden nog wel eens dat die aarzelen een taak op te pakken, zoals koffie schenken. ‘Iemand zei laatst “oh, ik wist niet dat dat mocht!”’

Gerrie zelf beweegt zich als een vis in het water op de afdeling. Ze merkt dat iemand opfleurt als je er even bij gaat zitten. ‘En Hans zelf is geen spelletjesmens. Maar hij zit er wel graag bij en vindt het fijn als je hem erbij betrekt. Dat doe ik dan, bijvoorbeeld bij de bingo. Intussen help ik anderen met hun kaart.’

Open communiceren

In de eerste twee weken dat haar man in De Martinushof woonde, was Gerrie niet in staat zo’n actieve bijdrage te leveren. Een intensieve tijd van zware mantelzorg had zijn tol geëist. In die eerste periode kan een zorginstelling niet verwachten dat een familielid direct voluit participeert. Maar al vlot voelde Gerrie dat haar man in goede handen was en deed ze echt mee.

Ze vertelt dat ze de ochtend altijd begint met kijken op de iPad hoe Hans zijn nacht was. ‘Ik lees het zorgdossier. Soms valt me iets op. We waren bijvoorbeeld thuis met een bepaald medicijn van de avond naar de ochtend gegaan en ik zag dat dat weer teruggedraaid was. Maar ik had het gevoel dat het meer onrust gaf bij Hans. In overleg met de arts zijn we weer naar de ochtend gegaan. De zorg is heel toegankelijk en open, ook voor dit soort zaken.’

Zorg en familie hebben elkaar nodig. Dat bleek ook toen Hans wat onrustig was en Gerrie de sleutel in handen bleek te hebben. ‘Het bleek dat zijn bed achterstevoren stond. Thuis stapte hij links in en uit bed, was hij altijd zo gewend geweest. Een kwestie van het bed andersom opmaken.’

Intekenlijst werkt motiverend

Op De Martinushof wordt momenteel een overzicht gemaakt met taken waarvoor familieleden zich kunnen opgeven: een keertje koken, toezicht houden op de huiskamer, iets bakken, iemand meenemen op de duofiets, kleine schoonmaakwerkzaamheden in het keukentje op de huiskamer. Naasten kunnen daarop aangeven waar hun voorkeuren liggen en misschien wanneer ze wel of niet in de gelegenheid zijn.

Gerrie vindt zo’n intekenlijst een goed idee. ‘Als er zo’n lijst is heb je als familieleden meer het gevoel dat je het sámen doet. Je ziet van elkaar dat je bereid bent iets op te pakken. Dat lijkt me motiverend voor iedereen.’