Gabi Huitink is projectleider bij Sensire en werkte voorheen als wijkverpleegkundige in Ruurlo. Ze werkte destijds vaak samen met de zorgteams van De Schoven en De Garven, beide woonzorglocaties op het Bundelingpark in Ruurlo. En dat is niet voor niets, zo schetst haar toekomstperspectief: “De muren tussen wijkzorg en zorg op een woonzorglocatie vallen - zeker nu we in regio’s werken - steeds meer weg, waardoor we nog meer de focus kunnen leggen op de klant en wat hij of zij nodig heeft om zoveel mogelijk in eigen regie en zelfstandigheid te leven. Zowel thuis als later - mocht dat nodig zijn - op een woonzorglocatie.”
Als wijkverpleegkundige wist Gabi wat er achter de voordeur speelde. “Doordat je als wijkverpleegkundige achter de deur komt zien we iemands situatie en wat diegene nodig heeft om de alledaagse dingen zoveel mogelijk zelf te kunnen blijven doen. We bieden steeds maatwerk, ook als mensen naar gelang de tijd meer zorg nodig hebben en uiteindelijk thuis wonen niet meer mogelijk is. In dat geval had ik als wijkverpleegkundige korte lijnen met het zorgteam van De Schoven en De Garven en bespraken we samen de situatie. En vooral ook: hoe mensen in eigen regie kunnen blijven wonen en leven eenmaal verhuisd naar een woonzorglocatie. En die nauwe afstemming gebeurt nu nog steeds, vertelt Kim Geverinck, wijkverpleegkundige in Ruurlo: “Onze samenwerking verloopt goed: het contact is goed en prettig. We zitten erg op 1 lijn wat betreft het verlenen van zorg, de visie op de toekomst is gelijkwaardig. We stemmen veel met elkaar af wat betreft of de klant passend is op de Schoven of op de Garven. Waardoor we de klant ook meteen op de juiste wachtlijst kunnen zetten.”
Dat maakt de overgang tussen het thuis wonen en wonen op een woonzorglocatie ook minder groot. Gabi: “In het verleden waren we gewend mensen onbewust veel te hospitaliseren, maar het is zo jammer om hetgeen wat zij nog wel kunnen - al dan niet met hulpmiddelen - over te nemen. Zelf doen houdt het lichaam en geest soepel, plus dat mensen zelf kunnen bepalen wanneer zij bijvoorbeeld hun steunkousen aan- of uittrekken. Hoe meer je overneemt, hoe sneller je iemand afhankelijker maakt van zorg.”
We bespreken vooral ook: hoe mensen in eigen regie kunnen blijven wonen en leven eenmaal verhuisd naar een woonzorglocatie.”
“Ik denk daarom dat het goed is dat we nu organisatiebreed kijken naar eigen regie en positieve gezondheid en daaropvolgend kritisch naar onze zorginzet”, gaat Gabi verder. “In Ruurlo wordt de brug tussen Zorg Thuis en Wonen met Zorg op inhoud al flink geslagen. Nu is het volgens mij vooral het praktische en organisatorische, bijvoorbeeld in de systemen die we gebruiken, die ook voor ons moeten gaan werken. Zodat we collega’s - net zoals in de coronatijd - kunnen uitwisselen of nog beter: kunnen samenwerken rondom de klant vanuit de benodigde expertises. Afgezien of iemand vanuit Zorg Thuis of Wonen met Zorg ‘afkomstig’ is. Zo kunnen mensen langer ‘thuis’ wonen met 24-uurs zorg nabij, of je nu in een woonzorglocatie woont, in een aanleun- of ‘gewone’ woning of appartement thuis woont. En dat is fijn, omdat we in een tijd leven waarin Wlz indicaties moeilijker worden afgegeven en onplanbare zorg lastiger in te regelen is, maar we mensen niet onnodig willen laten wachten. Bijvoorbeeld als er hulp nodig is bij nachtelijk toiletbezoek, dat is natuurlijk onacceptabel. Dan kunnen we van elkaars expertise gebruik maken, zoals van zorgprofessionals die toch al nabij aan het werk zijn in de nacht. Ik noem maar een voorbeeld.”
Zo kunnen mensen langer ‘thuis’ wonen met 24-uurs zorg nabij, of je nu in een woonzorglocatie woont, in een aanleun- of ‘gewone’ woning of appartement thuis woont.”
Het Bundelingpark is volgens Gabi een voorbeeld van hoe het in de toekomst kan. “In Ruurlo zijn de randvoorwaarden goed en is er op het Bundelingpark bijvoorbeeld al geen onderscheid in wie waar woont en welke zorg ontvangt (vanuit de Wlz of de Zvw) en is de ontmoetingsruimte het hart van de gemeenschap zelf. Nu zijn Zorg Thuis en Wonen met Zorg nog soort van twee ‘werelden’ met ieders echt een eigen cultuur, maar we zullen steeds meer naar één eenheid gaan. De muren tussen wijkzorg en zorg op een woonzorglocatie vallen - zeker nu we in regio’s gaan werken - steeds meer weg. Zo zie ik de toekomst tenminste voor me, maar hoe het er echt precies uit gaat zien in de praktijk? Dat gaan we nog meer ervaren, maar hoe dan ook: we kunnen de focus nu meer op de klant leggen. De klant(reis) staat centraal!”