In het begin voelde ze zich down en verdrietig. Maar bij Sensire Het Spijk bloeit mevrouw Voswinkel (87) al snel op. “De mensen zijn allemaal zó lief; er is altijd iemand die wil luisteren of helpen. En ik kan hier doen wat ik graag wil.” Eigen regie, ook al woont de klant niet meer thuis, is het uitgangspunt.
Voor mevrouw Voswinkel voelt het alsof ze al drie jaar bij Het Spijk woont. In werkelijkheid woont ze nu acht maanden op de psychogeriatrische afdeling. “Ik voel me hier goed, al vanaf het begin”, zegt ze. Als ze voor het eerst een kijkje komt nemen, dan wil ze maar één ding: blijven - ook al staat er alleen nog maar een bed in de kamer. “Ik ben hier nooit meer weggegaan. Het is fijn dat ik nu weer onder de mensen ben.”
Voordat mevrouw Voswinkel bij Sensire komt, woont ze elders. Liever staat ze niet te lang stil bij die periode. “Ik voelde me erg alleen”, herinnert ze zich, “het was geen fijne tijd.” Ook Mareen Sesink, coördinerend verpleegkundige bij Spijk Bungalows weet nog goed hoe mevrouw Voswinkel binnenkwam. “Je was mager en onzeker – een grijs muisje”, zegt ze. “Ja, het ging echt niet goed met me hè?”, antwoordt mevrouw Voswinkel. “Ik at ook bijna niet meer.”
Bij Het Spijk begint ze weer te eten, ze maakt contact met andere bewoners en lacht veel. “Zelfs je eigen zoon stond versteld, hij herkende je bijna niet meer terug. Weet je dat nog?”, zegt Mareen. “Je ging weer van alles ondernemen, zoals breien en naaien.” Mevrouw Voswinkel glimlacht. “Ja, ik ben weer een tevreden mens.”
Iedere dag is ze te vinden in de huiskamer. En als er iets te beleven valt, is mevrouw Voswinkel van de partij. “Ik houd wel van wat leven in de brouwerij”, zegt ze. “Ik praat graag met andere bewoners en de mensen die hier werken. Het liefst zou ik op vakantie gaan, maar als je ouder wordt gaat alles moelijker. Ik probeer me ertegen te verzetten. Het lastige van ouder worden is dat je steeds afhankelijker wordt van anderen.” Gelukkig is er ook vertier dichtbij huis, dankzij de activiteitenbegeleider en familieleden van bewoners. Als er iets te beleven is, dan wordt mevrouw Voswinkel opgehaald. “Ik houd vooral van muziek, het liefst zou ik meedansen…”
“We zijn erg blij met de inzet van familieleden”, zegt Mareen. Door tekorten in de zorg is de hulp en ondersteuning van naasten erg welkom. Onlangs, tijdens een halfjaarlijkse familieavond, deelden Mareen en haar collega’s hun zorgen. “Met weinig personeel moet je zo efficiënt mogelijk werken. Familieparticipatie is belangrijk, we vroegen daarom welk steentje zij konden bijdragen.”
Het lastige van ouder worden is dat je steeds afhankelijker wordt van anderen" ~ mevrouw Voswinkel
Met succes, want inmiddels zijn er app-groepen met daarin zorgprofessionals van Sensire en naasten van bewoners. Hierin worden foto’s gedeeld, zorgvragen uitgezet en gevraagd wie er wil helpen met praktische zaken zoals vervoer, toezicht in de huiskamer, pannenkoekenbakken of koffieschenken. Mareen: “Familieleden zijn actief. Zonder hen waren er nu bijna geen activiteiten meer – wij hebben er simpelweg geen tijd meer voor. We móeten samen optrekken, zo zie ik dat. Als zorgteam zijn we ze erg dankbaar. Dankzij hen kunnen bewoners blijven doen wat ze graag willen, daarbij bezorgt het ze mooie momenten. Ze kijkt mevrouw Voswinkel aan en zegt: “Jij houdt wel van wat reuring, hè?”
“Jazeker”, reageert ze. “Ik vind het fantastisch als ik word opgehaald, dan gebeurt er nog eens wat.”
Naast de activiteiten waar mevrouw Voswinkel aan deelneemt, is ze geregeld in de weer met handwerk. Dat deed ze vroeger al en nu nog steeds. “Ik brei en naai kleding voor mijn kleinkinderen. Soms vragen mensen me om iets te maken, dat doe ik dan graag.” Dat bewoners kunnen doen wat ze altijd graag deden, is belangrijk bij Sensire. Mareen: “Als je in gesprek blijft met bewoners en hun naasten, weet je ook wat ze graag willen of doen. Het is belangrijk dat ze zelf regie houden, ook al worden ze vergeetachtig of hebben ze dementie. Bij ons kunnen bewoners zelf bepalen wat ze doen, welk broodbeleg ze willen, of ze in de middag of avond warm willen eten, hoe laat ze naar bed gaan of wat ze aantrekken.” “Wat ik niet leuk vind, doe ik niet aan hoor”, vult mevrouw Voswinkel lachend aan.
Bij ‘Leven zoals ú wilt’ gaat het volgens Mareen om kleine allerdaagse dingen. “Ik vroeg mevrouw Voswinkel bijvoorbeeld of ze wilde meewerken aan dit interview, ze kan zo’n keuze prima zelf maken. Natuurlijk zijn niet alle wensen haalbaar, ze kan bijvoorbeeld niet alleen naar buiten; lichamelijk lukt niet alles meer. Maar we doen er wel alles aan om haar te ondersteunen in wat ze wil. Altijd probeer ik te kijken naar wat er wél kan.”
Zo denkt Mareen mee met de reis die mevrouw Voswinkel binnenkort hoopt te maken. “Mijn dochter woont met haar gezin in Zweden”, legt ze uit. “Het is een grote wens van mij om daar naartoe te gaan. Hopelijk voel ik me hier snel goed genoeg voor. Mijn zoon brengt me naar Schiphol, er gaat een begeleider mee in het vliegtuig en op het vliegveld staat mijn dochter op me te wachten.” “Zodra je gezondheid het toelaat, dan helpen we je hierbij”, reageert Mareen. “Wij kunnen medicijnen regelen en meedenken met het inpakken van de tas. Natuurlijk in overleg met je zoon. Ook hierin is samenwerking belangrijk.”
Mevrouw Voswinkel vindt het geweldig dat er zo met haar wordt meegedacht. “Als ik me moedeloos of alleen voel, is er altijd iemand die even luistert of me helpt om iets te regelen. Waar vind je dat nou?”