Door dezelfde bril naar zorg kijken
Door dezelfde bril naar zorg kijken

Door dezelfde bril naar zorg kijken

Het is niet toevallig dat het DKDL-model is uitgekozen als het geschikte model om tot cliëntprofielen te komen. Vanessa Schroer, Chief Nursing Officer bij Sensire, gaat in op de visie die aan deze keuze ten grondslag ligt. ‘De visie is de bril waardoor we naar onze klanten kijken. De visie bepaalt onze gedachten en stuurt onze beslissingen.’ Schroer beschrijft twee visies die binnen de zorg veel voorkomen. ‘Je hebt mensen die graag zorgen voor de ander, zich heel goed kunnen inleven, hun klanten willen helpen en dingen van ze willen overnemen om ze te ontlasten. Maar je hebt ook mensen die zien wie ze tegenover zich hebben, die erkennen wat de klant heeft meegemaakt, en die dan zeggen: hoe kan ik jou en je netwerk helpen, wat kan ik je leren zodat je dingen zelf kunt doen? Dat zijn twee heel andere manieren om naar zorg te kijken.’

Het is heel belangrijk, zegt Schroer, dat we allemaal door dezelfde bril naar zorg gaan kijken, zodat de praktijkvariatie minder wordt. De visie die Sensire voorstaat komt in het DKDL-model nadrukkelijk naar voren en is terug te zien in het dagelijks handelen en denken van de medewerkers.

Doen waar je blij van wordt

Die visie gaat er allereerst van uit dat mensen die in staat zijn zich aan te passen aan veranderingen in hun leven – draagkrachtige mensen – en daardoor kunnen blijven doen waar ze blij van worden, zich gezonder voelen. Er zijn twee typen kenmerken die de draagkracht van mensen bepalen: persoonlijke competenties, zoals leerbaarheid en aanpassingsvermogen, en kenmerken van het sociale netwerk, inclusief de buurt en voorzieningen. Die kenmerken bepalen de mate waarin je in staat bent om te gaan met de uitdagingen in het leven.

Tegenover de draagkracht van mensen staat de draaglast. Het gaat hier om de last waarmee iemand te maken krijgt in zijn leven: de life events. Schroer: ‘Dat zijn niet alleen negatieve gebeurtenissen, maar ook dingen als kinderen, een nieuwe baan of een nieuwe woning: die zijn in principe leuk, maar ze geven ook last, zeker als ze allemaal tegelijk gebeuren. In ons vakgebied zijn lasten life events die worden gecombineerd met ziektelast.’ Er zijn ook twee kenmerken te onderscheiden die de draaglast bepalen: de hoeveelheid ziektelast of life events, en de mate waarin oorzaken en gevolgen logisch met elkaar samenhangen. Hoe meer life events en hoe onduidelijker de relatie tussen oorzaak en gevolg, hoe hoger de draaglast.

Wat is belangrijk in het leven van je klant?

Naast de draagkracht en draaglast staat, vanuit de visie van positieve gezondheid, de eigen regie van mensen. Schroer: ‘Wat is nu voor jouw klant belangrijk in zijn leven? Dat is niet te meten of in modellen te vangen. Door krachten en lasten te meten weten we nog niet wat iemands behoefte is. Wil iemand dagelijks zijn zus bezoeken of de hele dag voor het raam zitten?’ De volgende stap is dus om dat te onderzoeken. ‘Dat doen we vanuit onze visie met shared decision making. Want draagkracht en draaglast is onze expertise – al voordat we het DKDL-model hadden brachten wij onbewust de krachten en lasten van onze klanten in kaart. Maar de klant heeft zelf expertise over zijn eigen leven. Die twee dingen wil je met elkaar verbinden om tot de ondersteuningsbehoefte te komen.’

Een kanttekening die Sensire plaatst bij de huidige casemix is dat de ondersteuningsbehoefte momenteel alleen vertaald is in handelingen. Denk aan continentie en wassen/douchen. Schroer: ‘Dat vinden wij wel een probleem. Want wij hebben de beschikking over veel meer soorten passende interventies dan de interventies die in de casemix zitten. Handelen doen wij pas als het echt niet anders kan. Wij vragen, ordenen en prioriteren bijvoorbeeld wat de klant belangrijk vindt. We experimenteren met oorzaak-gevolgrelaties. We geven kennis, inzicht en vertrouwen. Wat ons betreft is dat voer voor doorontwikkeling van de casemix.’

Het is belangrijk dat we allemaal door dezelfde bril naar zorg gaan kijken, zodat de praktijkvariatie minder wordt.’

~ Vanessa Schroer

‘Wij denken al zo’

Ondanks die kanttekening is Sensire al erg blij met het DKDL-model en met het denken dat daaraan ten grondslag ligt. Schroer: ‘Binnen Sensire herkennen wij als wijkverpleegkundigen dat we al zo denken. Door het zo in instrumenten uit te werken geeft het ons meer steun om met allerlei verpleegkundigen en andere zorgverleners eenduidiger te werken, en het helpt om veel meer mensen te re-ablen, te laten herstellen. We zien ook enorm veel mogelijkheden om dit model te verweven in het verpleegkundig proces, waarbij we dit denken in alle fases en alle beslissingen van het proces willen meenemen.’

Dat vereist ook dat wijkverpleegkundigen goed op de hoogte zijn. Schroer: ‘Wij hebben ze hier niet alleen over geïnformeerd, we hebben een grote groep ook direct betrokken bij het hele proces. Ze konden meedenken over de keuzes en de ontwikkeling. Via het ECD en door te werken met voorbeeldcasussen, leercasussen en intervisiemogelijkheden voor collega’s proberen we elkaar hierin te ondersteunen.’

Gebruikmaken van de kracht van de klant

Wat levert deze manier van denken en werken uiteindelijk op? Schroer: ‘Aan de ene kant kun je hierdoor nog veel meer gebruikmaken van de kracht van de klant en diens netwerk om de klant zelfredzaam te maken, op een manier waarop het niet als een bezuiniging voelt, maar juist als iets waarvan de klant zegt: hier heb je me echt mee geholpen, hier kan ik mee verder. Bijvoorbeeld een digitaal vaardige klant, die misschien zelf digitaal zijn anamnese kan invullen. Aan de andere kant kunnen wij alerter zijn bij mensen met een lage draagkracht. Door op tijd naast deze mensen te gaan staan en mee te denken als zich veranderingen voordoen, kunnen we voorkomen dat ze op een later moment veel zorg nodig hebben.’

Dit onderscheid kan zich vertalen in de samenstelling van teams. ‘In onze beeldvorming krijg je straks teams die gespecialiseerd zijn in mensen met hoge draagkracht, met medewerkers die heel goed kunnen coachen, begeleiden en kennis overdragen. En daarnaast heb je teams die meer gericht zijn op zorgen, voor mensen met lage draagkracht die niet meer leerbaar zijn.’ En uiteindelijk gaat dit helpen om de zorgkloof te overbruggen: ‘Als we de draagkrachtige mensen beter en sneller zelfredzamer kunnen maken, houden we meer ruimte over voor de mensen met weinig draagkracht.’

Nog stappen te zetten

De visie staat, maar het model en de bijbehorende werkwijze zijn nog in ontwikkeling. Zo is er niet alleen als het gaat om de interventies – gericht op bijvoorbeeld preventie – winst te boeken, maar ook als het gaat om de koppeling tussen verschillende diensten. Dan hoeft er bijvoorbeeld niet meer iemand over de vloer te komen voor de medicijnen en weer iemand anders om te wassen, maar kan dat gecombineerd worden. Schroer: ‘Als je dit denken verder doortrekt, leidt dit tot een ander aanbod, passender bij de profielen.’

Ook als het gaat om de samenwerking met andere zorgverleners zijn er nog stappen te zetten. Schroer: ‘Ik hoop dat dit model ook omarmd wordt door andere zorgverleners en organisaties, zoals huisartsen, maatschappelijk werkers en ziekenhuizen, zodat gegevens en data uitwisselbaar worden, dat we elkaars werkwijze herkennen en er verbinding ontstaat. Daarmee kunnen we ook voorkomen dat we dingen dubbel doen. Zoiets is al mogelijk via MIJNPGO, waarin een klant gegevens van verschillende zorgverleners naar zich toe kan halen en kan delen met iedereen die betrokken is. Op zo’n manier ligt de regie ook nog eens bij de klant.’

Download de longread ‘Het natuurlijke denken van de wijkverpleegkundige als basis voor bekostiging'