Breder kijken naar klanten
Breder kijken naar klanten

Breder kijken naar klanten

Het werd al even aangestipt, en uiteindelijk is dit de grote omwenteling die de toekomst van de wijkverpleging bepaalt: we gaan toe naar een nieuwe bekostiging, op basis van cliëntprofielen. Hoe moet die bekostiging nu precies vorm krijgen? Karien Tijkotte, strategisch zorgverkoper bij Sensire, heeft geen pasklaar antwoord, maar wil wel de gedachten delen die hierover leven binnen de organisatie. Ten eerste, benadrukt ze, moeten we de cliëntprofielen niet gaan zien als een-op-eenvervanging van de huidige ZN-doelgroepen. ‘De cliëntprofielen bieden, zo is vanmiddag ook duidelijk geworden, heel veel mogelijkheden en kansen om breder te kijken naar klanten, naar wat nodig is om een bepaald doel te bereiken: een optimale balans tussen draagkracht en draaglast.’

Hoe kan daar dan bekostiging aan gekoppeld worden? ‘Daarvoor moeten we samen het gesprek voeren over de vraag: wat beschouwen wij als wijkverpleging en wat willen wij daarvoor betalen? Dat is in de eerste plaats een gesprek tussen verzekeraars en organisaties.’ Om dat gesprek goed te kunnen voeren moeten organisaties transparant zijn, stelt Tijkotte. ‘We gaan per 1 januari 2024 cliëntprofielen registreren. Daarbij moeten we laten zien: wat zit er achter die profielen? Welke keuzes maken we, wat zetten we in aan zorg of juist aan niet-zorg om de klant verder te helpen?’

Als alle wijkverpleegkundigen op dezelfde manier naar de klant kijken en handelen, dan kun je daar als verzekeraar makkelijker een bekostiging aan koppelen dan wanneer de praktijkvariatie nog heel groot is.’

~ Karien Tijkotte

Standaardisatie als sleutel

Organisaties moeten dus een kijkje in de keuken geven, en verzekeraars moeten daar vervolgens een bekostiging aan koppelen. Dat is spannend, want organisaties krijgen veel ruimte om de wijkverpleging op hun eigen manier in te vullen. En zoals al eerder vanmiddag duidelijk werd: de praktijkvariatie is groot. Juist daarom is standaardisatie, zoals die nu bij Sensire met Alii wordt vormgegeven, zo belangrijk, vindt Tijkotte. Die standaardisatie is gebaseerd op de visie en de manier van denken achter het DKDL-model. ‘Als alle wijkverpleegkundigen op dezelfde manier naar de klant kijken en handelen, dan kun je daar als verzekeraar makkelijker een bekostiging aan koppelen dan wanneer de praktijkvariatie nog heel groot is.’

Dit betekent overigens niet dat alle organisaties op precies dezelfde manier bekostigd moeten gaan worden. ‘Ik geloof er niet zo in dat we toe moeten naar één bekostigingsmodel. Je houdt verschillen tussen organisaties, dat is niet erg. Je moet ook als organisatie kijken wat bij jou past. Maar ik denk wel dat wijkverpleegkundigen samen toe kunnen werken naar: dit is hoe we naar de klant kijken, dit is welke interventies we inzetten en welke keuzes we maken. Dat is de basis.’

Veel ellende voorkomen

Het verhaal over de bekostiging roept bij iemand uit het publiek de vraag op of er wel genoeg ruimte overblijft voor preventie. Als de cliëntprofielen leidend zijn, en de casemix stuurt uiteindelijk via de ondersteuningsbehoefte op de zorg die je als wijkverpleging gaat bieden, wat kun je dan nog extra doen? Deze vraag sluit aan bij de kanttekening die Sensire bij het model plaatst, zoals Vanessa Schroer die al eerder benoemde: de ondersteuningsbehoefte wordt in de casemix momenteel alleen vertaald in handelingen, terwijl er zoveel meer interventies mogelijk zijn. Bij veel organisaties is de tendens nu juist dat de wijkverpleging zo laat mogelijk ingezet moet worden. Valt preventie daarmee niet buiten de boot?

Schroer ziet het zo voor zich: ‘Op het moment dat de balans tussen draagkracht en draaglast verstoord is, en er is een medische context, dan kan dat een vraag voor de wijkzorg zijn – zelfs als er nog geen directe vraag is voor een handeling zoals wassen/douchen. Zo’n vraag is planbaar en niet urgent, en kan op elk moment van de dag plaatsvinden. En als wij er dan met één of twee adviesgesprekken voor kunnen zorgen dat mensen met hun netwerk weer vooruit kunnen, dan kunnen we daarmee heel veel ellende voorkomen. En het lijkt me nog heel leuk werk ook.’ Maar dit vraagt dus wel om een doorontwikkeling van de casemix. Met andere woorden: we zijn er nog niet.

Download de longread ‘Het natuurlijke denken van de wijkverpleegkundige als basis voor bekostiging'